Geliefden, omdat ik u heel graag wilde schrijven over onze gemeenschappelijke verlossing, voelde ik mij daartoe verplicht om u aan te sporen te strijden voor het geloof dat voor eens en voor altijd aan de heiligen werd overgeleverd.
Judas 3
Wij zijn evangelische christenen.
Wij geloven dat het Gods wil is dat Zijn verloste mensen wandelen in geloof, in gehoorzaamheid aan het volledige Woord van God, en dat zij alleen vertrouwen op de hulp van de Heilige Geest.
Zo wandelde Jezus Christus. Zo leven is Hem welgevallig en verheerlijkt zijn Vader.
De duivel, de vader van de leugen, probeert met alle middelen Gods kinderen ervan te weerhouden dit voorbeeld te volgen.
Hij stuurt bedrieglijke arbeiders, die zich voordoen als apostelen van Christus (2 Kor. 11:13), zodat zij gelovigen ertoe kunnen aanzetten zich te houden aan het Babylonische religieuze model waarvan hij de aanstichter is.
Deze misleiding heeft de schijn van godsvrucht, maar ontkent haar kracht omdat de Heilige Geest afwezig is. Menselijke gedachten en patronen vervangen Hem. Degenen die misleid worden, raken steeds verder verwijderd van de leringen van de Bijbel en van het wandelen door geloof. Uiteindelijk noemen ze kwaad goed en goed kwaad.
“Wee hun die het kwade goed noemen, en het goede kwaad; die de duisternis tot licht maken en het licht tot duisternis…” (Jesaja 5:20)
De voorspellingen van de Bijbel worden in vervulling gedaan: velen verlaten het smalle pad.
De Heer Jezus heeft ons bevolen ons niet te laten imponeren, maar integendeel ons door zijn Woord en door zijn Geest vastberaden te verzetten.
“Vrees voor mensen spant een strik, maar wie op de Heer vertrouwt, wordt beschermd. »
(Spreuken 29:25)
Hij kwam zelf op tegen de leugens en hypocrisie van veel van de schriftgeleerden, farizeeën en sadduceeën en verkondigde met moed en liefde de waarheid die hen en degenen die 'door hun bedrog en gekonkel gevangen werden gehouden' kon bevrijden.
Aan hen die ervoor kiezen hem trouw te zijn, belooft hij, zoals hij ook de apostel Paulus beloofde:
"Niet doenpunt ins; maar spreek en zwijg niet, want ik ben bij je en niemand zal je de handen opleggen om je kwaad te doen, want ik heb veel mensen in deze stad. » (Handelingen 18:9 en 10)
Hij spoort ons aan om uit dit religieuze Babylon te komen dat hij spoedig zal vernietigen.
“En ik hoorde een andere stem uit de hemel zeggen:
Ga uit haar weg, mijn volk, opdat u geen deel hebt aan haar zonden en opdat u niet ontvangt van haar plagen.
(Openbaring 18:4, Jesaja 52:11, Jeremia 51:45)
Ja, ik kom spoedig. Amen! Kom, Heer Jezus!
(Openbaring 22:20)
Moge hij u en ons aantreffen terwijl wij de goede strijd van het geloof strijden!




